Ook geinteresseerd om via de email automatisch bericht te krijgen als Orthopedie Elisabeth Tilburg een stukje toevoegt aan de weblog? Je blijft op de hoogte van al het nieuws rondom de afdeling Orthopedie van het St. Elisabeth ziekenhuis in Tilburg.
Stuur dan een je email adres naar t.gosens@elisabeth.nl en je wordt toegevoegd aan de verzendlijst.
Zorggroep manager orthopedie van het St. Elisabeth ziekenhuis in Tilburg Marcel Boonen is 28 november formeel geinstalleerd in The Honor Society of Nursing, Sigma Theta Tau International (STTI) community (Nederlandse afdeling: Rho Chi). http://www.nursingsociety.org
Door de eed af te leggen behoort hij nu tot de creme de la creme van zijn vakgenoten: verpleegkundigen met een gouden randje.
Enkel op voordracht van vakgenoten wordt men toegelaten tot dit genootschap.
Het doel van dit genootschap is het tonen van leiderschap zowel persoonlijk als professioneel binnen de verpleegkunde. Daarnaast wordt men ook beoordeeld op het een warm hart toedragen van de ontwikkeling van en het onderzoek naar verpleegkundige zaken, om zodoende de verpleegkundige zorg op een hoger plan te brengen.
The vision of the STTI is to create a global community of nurses who lead in using knowledge, scholarship, service and learning to improve the health of the world's people.
In de American Journal of Sports Medicine publiceert Taco Gosens mee met de American Association of Sports Medicine. In dit onderzoek worden de resultaten van het gebruik van PRP bij de tenniselleboog, net als de resultaten van een ander onderzoek naar het de resultaten van kraakbeenchirurgie, op een andere wijze dan de gebruikelijke berekend.
Normaliter wordt gekeken naar het verschil in de gezondheidstoestand van de elleboog of de knie voor en na de ingreep, maar in deze studie worden de behaalde resultaten niet alleen vergeleken met de uitgangstoestand, maar ook met de gemiddelde toestand van de elleboog of de knie op de leeftijd die de patient heeft. Met andere woorden: er wordt gekeken of de patient weer naar "normaal" terugkeert.
Het blijkt dat de PRP studie in 2/3 leidde tot een terugkeer naar het normale functioneren, terwijl de patienten met steroiden percentage gewijs er slechter op werden. De getallen voor de kraakbeenstudie lagen lager mbt terugkeer naar normaal functioneren.
Al met al niet alleen positieve resultaten als met op een andere manier naar de getallen kijkt, maar ook een eer om in dit kader gevraagd te worden mee te doen met een publicatie van de American Association of Sports Medicine.
In het Brabants Dagblad verschijnt in navolging op andere papieren en electronische media een stuk over de kraakbeentransplantaties verricht in het St. Elisabeth ziekenhuis in Tilburg. Deze nieuwe therapie is bedoeld voor hen die lokale kraakbeendefecten hebben. Deze publicatie zal een run op de polikliniek betekenen, wat zal betekenen dat de toegangstijd weer zal toenemen na enkele maanden op minder dan een week stabiel te zijn geweest.
Recentelijk werd dr. Taco Gosens, orthopedisch chirurg van Orthopedie Elisabeth Tilburg, lid van Het Schoudernetwerk Noord-Brabant.
Dit netwerk bestaat uit orthopedisch chirurgen & schouderfysiotherapeuten welke zijn gespecialiseerd in de behandeling van schouderblessures en revalidatie na schouderoperaties binnen de regio Noord-Brabant.
Het belang van dit netwerk is gezamenlijke aanpak van schouderklachten opdat de patiënt de garantie heeft dat gespecialiseerde therapeuten zich bekommeren om hun schouderproblemen.
Een volgende stap in het verbeteren van de zorg voor de schouderpatiënt in de Tilburgse regio is derhalve gezet.
Gisteren werd op de ledenvergadering van de Nederlandse Vereniging voor Orthopedische Traumatologie Jacob Caron geinstalleerd als voorzitter.
Dit gebeurde tijdens de Traumadagen, een van de congressen die deze vereniging jaarlijks tesamen met de traumatologen van de chirurgie organiseert.
Na eerder al onder andere stafvoorzitter van het St. Elisabeth ziekenhuis te zijn geweest, neemt Jacob Caron dus weer een belangrijke taak op zich. De doelstelling van de NVOT als werkgroep van de NOV zijn het bevorderen van kennis, expertise en onderzoek op het gebied van letsels van het steun- en bewegingsapparaat en het versterken van de positie van de orthopaedisch chirurg in de traumazorg. Het NVOT-bestuur tracht bovengenoemde doelstelling te bereiken door:
1. Organiseren van congressen en symposia
2. Fellowships
3. Initiëren en stimuleren van wetenschappelijk onderzoek
4. Bevorderen van samenwerkingsverbanden binnen de traumazorg
5. Publieksvoorlichting
6. Participeren in richtlijnontwikkeling
7. Communicatie leden
Reeds enige tijd is er behoefte gepeild bij de fysiotherapeuten verbonden aan de Club Pellikaan Goirle en de sporters die bij deze fysiotherapeuten onder behandeling zijn of een advies van een orthopedisch chirurg een toevoeging was aan het beleid wat op dat moment werd gevoerd.
In samenwerking met de fysiotherapeuten verbonden aan het Medisch Trefpunt in Goirle wordt een maal per twee weken een spreekuur gerealiseerd waarbij sporters advies kunnen krijgen van een fysiotherapeut en een orthopeed uit het St. Elisabeth ziekenhuis.
In de proefperiode werden de sporters door fysiotherapeuten uit Oisterwijk, Goirle en Dongen aangedragen, wellicht dat in de toekomst ook via andere wegen sporters zich zullen aandienen, zoals verwijzingen door huisartsen of andere fysiotherapeuten. Ook ligt een spreekuur in het verschiet bij de andere fysiotherapeuten in Dongen en Oisterwijk, maar ook behoort een dergelijk spreekuur binnen het St. Elisabeth ziekenhuis binnen de mogelijkheden.
In enkele gevallen heeft dit geleid tot een verder onderzoek in het ziekenhuis, in andere gevallen werd het beleid van de fysiotherapeut voortgezet ofwel bijgesteld.
De waarde van een dergelijk gecombineerd spreekuur is voor de sporter gelegen in een direct advies over ofwel hoe met de blessure om te gaan ofwel met gerichte trainingsadviezen aan het werk te gaan op weg naar reintegratie in het sporten.
Dit ziekenhuis is bekend in de orthopedische wereld door zijn historische belang. In dit ziekenhuis werkte en innoveerde Sir John Charnley als orthopedisch chirurg. Hij bedacht de basis voor de huidige totale heupprothese, nl het gebruik van botcement en polyethyleen om een kunstheup te implanteren. Ook de speciale luchtbehandeling ter infectiepreventie is een van zijn ideeën.
Op deze historische grond werd nu dus het
twee-jaarlijks symposium gehouden met voordrachten door een internationale faculty over diverse actuele onderwerpen in de elleboog chirurgie. De overige sprekers naast enkele Engelse sprekers kwamen uit Denemarken, Frankrijk, Schotland, Nederland en Zuid-Afrika.
Dit jaar werden door Taco Gosens de voordrachten "acute traumatic elbow instability" en "tennis elbow: a non-surgical disease?" gehouden. Met name in de laatste voordracht probeerde de organisatoren de Tilburgse orthopeed uit te dagen gezien de diverse publicaties in internationale tijdschriften over de injecties met Platelet Rich Plasma bij oa de tenniselleboog. Of de tenniselleboog inderdaad gezien moet worden als een probleem wat niet chirurgisch opgelost moet worden, dient uiteraard "nee" gezegd te worden: Er is geen enkele therapie voor een tenniselleboog die 100% succes garandeert, maar het injecteren met PRP (vooralsnog experimenteel) dient in de ogen van Taco Gosens zeker overwogen te worden alvorens een chirurgische oplossing te overwegen.
http://www.deweekkrant.nl/artikel/2012/oktober/17/elisabeth_helpt_patiA_nt_me...
Het St. Elisabeth Ziekenhuis Tilburg is het eerste ziekenhuis in Brabant dat een nieuwe, innovatieve kraakbeentherapie aanbiedt. Hiermee kunnen patiënten met letsel aan het kraakbeen in de knie worden geholpen. Nu lijden deze patiënten onnodig pijn en raken vaak arbeidsongeschikt. De beschadiging, veroorzaakt door bijvoorbeeld sporten, zware arbeid of een ongeluk, treft vooral jonge volwassenen.
Orthopedisch chirurg Jacob Caron legt uit hoe met lichaamseigen cellen defecten aan het kraakbeen worden hersteld. Nu het College voor Zorgverzekeringen afgelopen zomer groen licht heeft gegeven voor de vergoeding van de kraakbeentherapie kunnen de eerste patiënten worden behandeld. Naar verwachting gaat het jaarlijks om enkele tientallen patiënten in Brabant.
Orthopedisch chirurg Jacob Caron is verantwoordelijk voor de behandeling. Hij heeft de afgelopen drie jaar al in onderzoeksverband meerdere patiënten met de nieuwe therapie op de been geholpen. “De resultaten zijn heel goed, veel patiënten kunnen weer zonder pijn sporten.”
Caron: “Kraakbeen heeft amper vermogen om zichzelf te herstellen. Als de knie slijt is er eigenlijk geen weg meer terug. De weefsels die wel uit zichzelf herstellen, zijn te zwak en zullen vroeger of later barsten. Wij herstellen de knie met lichaamseigen cellen. De behandeling bestaat uit twee ingrepen. We kijken eerst met een glasvezelcamera in de knie om vast te stellen hoe groot de beschadiging is en om losse stukjes kraakbeen te verwijderen. Van gezond weefsel nemen we vervolgens een monster dat we gebruiken om kraakbeencellen te kweken in het laboratorium. Na negen tot dertien weken gaan we over tot het implanteren van de kraakbeencellen”. “Dan volgt de tweede ingreep, een open-knie-operatie. We verwijderen het aangetaste kraakbeen. En plaatsen de gekweekte kraakbeencellen terug. Deze cellen hechten zich vast aan het bot en omliggende kraakbeen en beginnen nieuw kraakbeenweefsel te vormen. Dat betekent dat de patiënt minstens twee weken de knie niet mag belasten. Daarna wordt er een schema opgesteld om de druk langzaam op te voeren, net zo lang totdat de patiënt weer helemaal de oude is. De revalidatie gebeurt onder intensieve begeleiding van gespecialiseerde fysiotherapeuten.”
De nieuwe behandelmethode is veelbelovend. Toch komen niet alle kniepatiënten in aanmerkingen voor de therapie.
Caron: “We hanteren strenge selectiecriteria, om onnodige ingrepen en teleurstellingen te voorkomen. De nieuwe therapie biedt goede kansen op genezing bij patiënten tussen de 15 en 55 jaar, waarbij het omringende kraakbeen in de knie onbeschadigd is”.
De polikliniek Orthopedie is bereikbaar via telefoonnummer (013) 539 80 23.
Patiënten kunnen snel terecht, want de poli kent geen wachttijden.
In het kader van Rent a Talent in verband met het 200-jarig bestaan van Avans Hogeschool hebben gisteren twee leerling verpleegkundigen van de verpleegafdeling orthopedie van het St. Elisabeth ziekenhuis in Tilburg een workshop cupcakes maken georganiseerd.
Op de verpleegafdeling werd hiermee het 1-jarig bestaan van de vernieuwde huiskamer gevierd.
De oude huiskamer, waar de patienten met een prothese van heup of knie met elkaar de revalidatie na de operatie starten en ervaringen delen, werd een jaar geleden grondig vernieuwd en vergroot
Uit de bijgaande foto's blijkt dat patienten met hulp van hun familie naast de revalidatie hun artistieke vaardigheden konden uitleven.
De Telegraaf gaf Orthopedie Elisabeth Tilburg de eer om mee te werken aan het voorwoord van de speciale bijlage van 28 september over botten en gewrichten. Diverse aspecten van het orthopedisch vak komen hierin aan de orde.
http://doc.mediaplanet.com/all_projects/10864.pdf
Patiënten kunnen op steeds meer websites hun mening geven over ziekenhuizen en specialisten. ZorgkaartNederland.nl is een van de populairste; de site wordt elke maand door circa een half miljoen mensen bezocht. Het EZ is een pilot gestart waarbij patiënten worden opgeroepen onze orthopeden op ZorgkaartNederland.nl te waarderen.
Metal-on-Metal Hip Patients are at no greater risk for cancer after 7 years.
NJR research finds metal-on-metal hip replacement patients are at no more risk of developing cancer in seven years following surgery (National Joint Registry) A study commissioned by the National Joint Registry, published online at bmj.com today (British Medical Journal, Wednesday 4 April), confirms that patients who have had a metal-on-metal hip replacement are at no more risk of developing cancer in the first seven years after surgery than the general population.
The authors of the research add that a longer study is required, to monitor incidences for cancers that take many years to develop.
The study was carried out by the NJR statistical support, analysis and research team led by Professor of Orthopaedic Surgery Ashley Blom at the University of Bristol, who said: “The results, using a large representative sample, show that there is no association between metal-on-metal hip replacements and increased incidence of cancer in the first seven years after hip replacement.”
“The data also shows that the incidence of cancer diagnosis is low after hip replacement in general and lower than that predicted for the age and sex matched general population. However comparisons with the general population are not straightforward as hip replacement patients tend to be healthier than others of the same gender and age group.” The study looked at incidence of new diagnoses of cancer for more than 40,000 patients with a metal-on-metal implant and compared them to those with different bearing surfaces (over 245,000 patients) and the general population. The chance of a 60 year-old man with a metal-on-metal hip being diagnosed with cancer in the five years following surgery is 6.2%, compared to 6.7% chance with hip replacement using other bearing surfaces. For women, these figures were 4.0% for metal-on-metal and 4.4% for other bearing surfaces.
Recent coverage on metal-on-metal hip replacements has highlighted concerns about the effect metal ions, from the wear of metal-on-metal implants, have on the body. As yet, there is no proven link between DNA changes and an increased incidence of cancer.
National Joint Registry Lead Elaine Young said: “Each year we commission special topic studies, to accompany the annual reporting process. This time the studies are looking at the metal-on-metal hip replacements and we are pleased to have this second paper published at BMJ online, following the recent stemmed metal-on-metal paper in The Lancet.”
“The National Joint Registry is an extremely valuable source of information based on a mature data set (7 years). We are committed to supporting and enabling further research so that clinicians can use this information to make the best choices for their joint replacement patient. Importantly too, we are sharing more data with patients, to enable them to seek out up-to-date information and advice.”
Notes:
The National Joint Registry (NJR) of England and Wales was established in 2002. Its purpose is to define, improve and maintain the quality of care of individuals receiving hip, knee and ankle joint replacement surgery across the NHS and independent healthcare sector.
Data collection began in April 2003 and the registry now holds over 1.2 million records and more records about certain procedure types than any other registry in the world. As a result of the increasing volume and quality of data it is possible to make accurate analysis available to all stakeholders and contribute significantly to good practice and patient safety.
bmj.com: The risk of cancer in the first seven years after metal-on-metal hip replacement compared with other bearings and the general population: a linkage study between the National Joint Registry of England and Wales and Hospital Episode Statistics
Overgenomen van http://www.healio.com/orthopedics:
MANCHESTER — Results of a small, randomized controlled pilot study that involved mechanobiologic and clinical assessments showed that platelet-rich plasma improved healing in acute Achilles tendon tears that were either percutaneously sutured or nonoperatively treated.
Prior to treatment, investigators collected 55 mL whole blood from patients for processing into PRP. Patients were blinded as to whether or not they received PRP.
Ten patients with an Achilles tendon gap smaller than 5 mm formed the nonoperative group: five patients received a PRP injection and five control patients had a pseudo injection to the skin. Ten patients with a tendon gap greater than 5 mm formed the operative group: five patients had their tendon tears percutaneously sutured and received a concomitant PRP injection and five control patients underwent suture repair alone.
All patients were casted in a standard manner following treatment, Alsousou said.
Investigators used a Magellan automated platelet separator system (Arteriocyte Medical System; Hopkinton, Mass., USA) for PRP preparation. They followed up all patients at 1, 3, 6, 12, and 24 weeks with the Achilles Tendon Rupture Score, the Victoria Institute of Sport Activity-Achilles score, and the Foot and Ankle Outcome Score, and they also performed a foot ultrasound elasticity scan for all patients.
The scans showed larger and thicker tendons in both PRP-treated groups, according to the study abstract.
Among the study limitations were the small number of patients included, Alsousou said. There is more work to do in this area, he said, and “to achieve statistically significant power in this study we need 360 patients, so we recommend continuing study to achieve this.”
Reference:
Alsousou J, Handley R, Thompson M, et al. Platelet-rich plasma in accelerated Achilles tendon healing (PATHT): A randomized controlled trial – pilot phase. Presented at the British Orthopaedic Association Congress 2012. Sept. 11-14. Manchester.
Disclosure: Alsousou’s research was funded by the BOA Joint Action program, NIHR and the Oxford University BRC.
Recentelijk verscheen in het Brabants Dagblad onderstaand artikel over de nieuwe traumakamers op de Spoedeisende Hulp afdeling van het St. Elisabeth ziekenhuis in Tilburg. Ook de afdeling orthopedie die zeer betrokken is bij de zorg voor de getraumatiseerde patient beaamt dat met deze nieuwe en verbeterd uitgeruste opvangkamer een verbeterslag heeft doorggemaakt.
Aan studenten geneeskunde en co-assistenten uit het gehele land deed hij uit de doeken dat de peesproblemen lastig te behandelen zijn en dat het vaak een kwestie is van het combineren van diverse behandelingen, waarbij de biologie een sleutelrol speelt.
Op de twee eerdere dagen werden lezingen en workshops door zowel de Delftse orthopeden als enkele sprekers uit de rest van Nederland over diverse orthopedische en traumatologische onderwerpen gecombineerd met vele andere (sport)activiteiten.
De bedoeling van dit initiatief is de studenten geneeskunde enthousiast(er) te maken voor de specialisatie orthopedie.
Deze tweede editie heeft de hooggespannen verwachtingen na vorig jaar op zijn minst geevenaard, aldus de Delftse orthopeden.
De Nederlandse Orthopedische vereniging omarmt dit initiatief van harte en zo zijn er meer organisaties en bedrijven die deze driedaagse combinatie van vermaak en orthopedie mogelijk maken.
Zie voor meer sfeerindrukken van de editie van 2012: http://summerclassdelft.nl/
Na maanden proefdraaien en samenstellen van de teksten is de website van dr. Taco Gosens online gegaan. Ondanks het feit dat er nog veel werk te verzetten is en de website nog "under construction" is, kan de patient reeds informatie inwinnen. Op deze site kan de patiënt informatie vinden over diverse orthopedische problemen en behandelingen via patiëntenfolders, maar ook is er specifieke orthopedische achtergrondinformatie bij de diverse orthopedische problemen. De behandeling van problemen van schouder, elleboog, pols en hand, maar ook heuparthrose en peesproblematiek zijn de specialisaties van dr. Taco Gosens. Desondanks is over de overige orthopedische problemen, zoals bijvoorbeeld knie, enkel en wervelkolom, ook informatie opgenomen. Ook links naar belanghebbende websites zijn opgenomen, waaronder bijvoorbeeld zorgkaart.nl, de site waarop de medisch specialist beoordeeld kan worden, maar ook andere sites met orthopedische informatie bieden een nog breder spectrum aan informatie aan de patient. Door toenemende superspecialisatie van de orthopeden is in de afgelopen paar jaar een aantal aandachtsgebieden ontstaan waarin de vakgroep Orthopedie en Traumatologie van het St. Elisabeth ziekenhuis in Tilburg grote ervaring en kwaliteit heeft opgebouwd. Teneinde de kwaliteit van zorg voor de individuele patient te bewaren is een vergaande specialisatie in de orthopedie gewenst en derhalve doorgevoerd, waardoor een taakverdeling ontstaan is tussen de leden van de vakgroep. Uiteraard zal deze weblog geintegreerd worden in deze website. Reeds enkele patienten vonden reeds hun weg naar de website en de hoop is dat velen mogen volgen. Suggesties ter verbetering van de site worden op prijs gesteld.
Van 6-8 juli was er weer een bijdrage van Orthopedie Elisabeth Tilburg in de persoon van Taco Gosens aan het jaarlijkse congres van de Indo-European Arthroscopy and Arthroplasty Foundation. Deze stichting is enige jaren geleden opgericht om de orthopedie in India te stimuleren.
Op dit jaarlijkse congres, waar zowel Indiase sprekers als Nederlandse, Australische en Amerikaanse sprekers aanwezig zijn, werd deze keer de nadruk gelegd op de arthroscopie en protheseplaatsing van de schouder, heup en knie. Ook werden in al deze onderwerpen live demonstraties gegeven van operaties.
Collega Gosens werd gevraagd een live surgery demonstratie te geven bij een revisie van een schouderprothese. Met name de prothese van de schouder is een nog onderontwikkeld gebied in India, maar de verwachting is dat ook in deze tak van sport de Indiase collegae de Westerse wereld snel zullen volgen en voorbij streven. Gezien het enorme ontwikkelingspotentieel mag dat laatste geen verrassing zijn.
In onderstaand bestand worden de berichten uit de lokale Indiase pers weergegeven, waarbij collega Alex Fievez uit Breda tijdens zijn voordracht wordt gefotografeerd en waar de aanwezige buitenlandse gasten samen met de Indiase collegae het congres op traditionele Indiase wijze openen.
Begin Juni ging Jacob Caron, een van de orthopedisch chirurgen van Elisabeth Orthopedie Tilburg, naar de Verenigde Staten en Canada om daar meer te leren van Lean denken in de zorg. De reis is een initiatief van het netwerk Lidz (Lean in de zorg). Het is mogelijk gemaakt door Achmea Zorg en Gezondheid, die er veel tijd en middelen voor beschikbaar heeft gesteld en zelf ook deelnemer was.
De verdere tekst is een bewerking van van Lean denken in de zorg, een weblog waarbij dit onderwerp centraal staat en welke wordt bijgehouden door mededeelnemer aan deze trip Marc Rouppe van de Voort, innovatiemanager in het St. Elisabeth ziekenhuis in Tilburg.
Opvallend was dat de meestgevorderde ziekenhuizen in de VS verder zijn dan wij, maar dat de afstand snel kleiner wordt (en dan bedoel ik specifiek de vertaling van lean naar ziekenhuisomgeving, niet de algehele kwaliteit van zorg. In mijn beleving zijn de beste ziekenhuizen in de VS beter dan die bij ons, maar doen wij het gemiddeld een stuk beter. Hun variatie is veel groter en de basiszorg is mager). Wij kunnen veel leren van hen, maar zij kunnen ook veel leren van ons.
Verder viel op dat de 'lean beweging' verder blijft groeien, zowel in de VS als in Nederland en dat het volwassen begint te worden. Er wordt steeds minder naar het bedrijfsleven gekeken en steeds meer voortgebouwd op ervaringen en inzichten uit de zorg. Sterker nog, het bedrijfsleven kan inmiddels een hoop leren van de ontwikkelingen in de zorg. Alleen al het lange termijn denken die in de zorg vanzelfsprekend is, zou misschien een financiële crisis bespaard hebben? Ook het niveau van open uitwisselen en leren van elkaar is veel sterker dan wat ik in het bedrijfsleven zie. Twee zeer sterke eigenschappen van de zorg.In vijf zeer intensieve dagen zijn bezocht:· Hotel-Dieu Grace, een Canadees ziekenhuis in Windsor
· University of Michigan Health System
· Twee ziekenhuizen van Henry Ford Health System rond Detroit
· Ford fabriek Rouge in Detroit (waar Toyota een klein eeuw geleden inspiratie opdeed)
· Lean Healthcare Transformation Summit 2012 in Minneapolis, met 500 deelnemers
· Medtronic fabriek in Minneapolis (fabrikant van zorgproducten, zoals pacemakers)
De groep bestond uit 40 deelnemers uit 8 ziekenhuizen die lid zijn van Lidz. De deelnemers waren 18 medisch specialisten, drie bestuurders, een aantal verpleegkundig hoofden en managers, een aantal lean programmamanagers en adviseurs, drie mensen van Achmea en twee adviseurs van De Verbeterpraktijk die verantwoordelijk waren voor het leerproces. De ziekenhuizen waren:
1. St. Radboud UMC
2. Kennemer Gasthuis
3. Zaans Medisch Centrum
4. VUmc
5. LUMC
6. Erasmsus MC
7. Maastro Clinic
8. St. Elisabeth Ziekenhuis
Het was een bijzonder krachtige groep met een mooie mix van disciplines en meer en minder ervaring met lean. Een arts die voor de reis nog relatief onbekend met lean was reflecteerde op de week met: 'Ik voel me nu verantwoordelijk hier iets in Nederland mee te doen'. Het leervermogen en de motivatie van de groep heeft mijn vertrouwen in de potentiële innovatiekracht van de zorg weer een stuk verder vergroot.
Enkele hoogtepunten / praktische voorbeelden die we tegen zijn gekomen:
Patient Navigator
In Hotel-Dieu Grace vond ik de verbinding van lean met de zorg het sterkst. Dat kwam mooi tot uiting in de 'Patient Navigator' die bij elk bed een hing, zie foto (en klik hier voor een eerdere aparte blogpost erover). Hierop staat de agenda van die dag voor de patiënt, zowel ingevuld door zorgverleners als door de patiënt en familie. Ook staat er de behandelend arts en andere disciplines op en ook heel mooi het doel die de patiënt zichzelf stelt, in eigen termen. Bij deze 90-jarige patiënt Mary was dat om weer zelfstandig te kunnen leven. De verpleegkundigen vertelden trots over het instrument die ze bedacht hadden, maar ook de patiënten die we ontmoeten gaven aan het op prijs te stellen. Nog een opvallend voorbeeld van patiëntgericht denken is een bordje waarop staat 'I like to be called: ....'. Bij de een stond 'Mary', bij de ander 'Grandma' en een derde 'Mrs Smith'. Erg mooi voorbeeld hoe ze lean vanuit de patiëntenzorg toepassen
Patient Flow Board
Ook in Hotel-Dieu Grace hing achter de balie een 'Patient Flow Board', zie foto. Hierop staan alle patiënten (afgekort) met hun opname en verwachte ontslag datum, hun ontslagbestemming, eventuele problemen die goed herstel belemmeren (bijv. een infectie) en zorginhoudelijk relevante aspecten, zoals of de patiënt bloedverdunners gebruikt. Ook was er een standaard rode kleur, die geel wordt 48 uur voor ontslag en groen 24 uur voor ontslag, zodat iedereen inclusief de artsen tijdig acties nemen. In het Elisabeth gebruiken we ook een dergelijk instrument wat veel praktische meerwaarde oplevert (na diverse experimenten overigens, het was niet makkelijk een goede versie te krijgen die brede draagvlak onder de diverse disciplines heeft). In Hotel-Dieu Grace zag je ook duidelijk dat het door de zorg zelf ontwikkeld is en daardoor goed gedragen wordt en praktische meerwaarde heeft.
A3 systematiek
In University of Michigan Health System was de A3 systematiek het drijvende instrument voor lean. Vele voorbeelden met krachtige analyses en sterke verbeterslagen met een duidelijke focus. Dit past misschien beter bij een academisch ziekenhuis waar analytisch sterkere instrumenten meer op prijs gesteld worden? In ieder geval een indrukwekkende presentatie van Professor Jack Billi (hoogleraar Interne Geneeskunde) en vervolgens vele voorbeelden op de werkvloer van de toepassing ervan.
Service Concept
In Henry Ford Health System, ziekenhuis Clinic West Bloomfield werden we weggeblazen door een (overigens Nederlandse) directeur. Hij komt van Ritz-Carlton en heeft het ziekenhuis als een hotel met zorg ingericht. Zijn toepassing van lean onderscheid zich niet in het verbeteren van processen, vergroten van het probleemoplossend vermogen of verminderen van verspilling, maar in het vergroten van de waarde. En hij heeft daarbij vooral aandacht voor de beleving van het verblijf door patiënten. Hij gaat daarom niet uit van zieken zorg, maar van 'wellness' en : hoe creëer je een 'memmorable experience'? Bijvoorbeeld door een bijzonder mooi gebouw, 'valet parking', winkelstraat, gezond koken cursussen en zes honden die iedereen mag aaien (waarna je desinfectie zeep in je hand gespoten krijgt).
Het Pathology Laboratory van Henry Ford Health System was voor mij de meest indrukwekkende ervaring vanuit een integrale benadering van lean bezien. Het is een zeer groot laboratorium dat meerdere ziekenhuizen bediend: 12 miljoen testen per jaar met 780 personeelsleden ('Pathology' is in de VS overigens Microbiologie, KCHL en Pathologie samen). De directeur is patholoog dr. Zarbo, een bijzonder bevlogen man met een indrukwekkende kennis van lean en wijsheid in de toepassing ervan. Enkele van zijn uitspraken:
We created 'one, worker empowered problem solving culture' with:
1. Henry Ford's Vision
2. Demings Management
3. Toyota's worker empowerment
Team leaders are the most important. They are not responsible for human resources, but for quality and improvement.
In 2011 we realised 1.323 improvements. Every test has to be finished within four hours, most are finished within one hour. The goal for the turnaround time for test for the Emergency Department was 45 minutes in 2011, we are now actually at 30.
90 to 95% of lean efforts fail. We need strong leaders that want change.
I love to see people grow.
De kracht van observatie
In de Ford fabriek was boven de werkvloer een platform die rondom een groot deel van de assemblage liep. Hier konden we een uur lang observeren met een aantekenboekje. Prachtig. Ik heb samen met Huub Backes een uur lang drie operators geobserveerd. Fantastisch hoeveel je gaat waarnemen. Hoeveel verbetermogelijkheden er zijn, welke workarounds gemaakt worden, in hoeverre mensen kwaliteitsbevorderend werken. Welke praktische problemen ze hebben om hun werk goed te kunnen doen.
Overigens viel op dat het niveau in de fabriek in Toyota die we vorig jaar bezocht hebben duidelijk hoger lag (klik hier voor een blogpost over dat bezoek). Veel gedisciplineerder en gemotiveerder, veel minder onhandige variatie in de uitvoer van handelingen, minder rommelig en gewoon algeheel een hoger niveau van procesbeheersing in verbetersysteem. Dat blijkt ook uit de cijfers, deze fabriek heeft een foutpercentage van 2% (2% van de auto's wordt afgekeurd bij de eindinspectie en moet dus nog iets aan gebeuren), terwijl dat bij Toyota fabrieken tussen de 0,2 en 0,5% ligt. En deze fabriek is het vlaggeschip van Ford (overigens is de kwaliteit van Ford naar mijn weten goed, maar Toyota nog een stuk beter).
Lean Healthcare Transformation SummitDe openingsspreker John Toussaint (arts, voormalig CEO Thedacare en nu CEO van Healthcare Value Center die lean in de zorg verspreid, ontwikkeld en ondersteund) was weer ouderwets op dreef met een opzwepend verhaal over de noodzaak van transformatie. Een gezin in de VS betaalt inmiddels 20.000 dollar per jaar aan zorg (!). Dat is meer dan de hypotheek kosten. Zijn stichting heeft drie doelen om de benodigde transformatie te ondersteunen:
1. Redesign to create value
2. New payment system for value
3. Make outcomes visible: public reports for quality and costs
Hij gaf een rijtje met zeer indrukwekkende resultaten die ziekenhuizen hebben behaald met lean. Vervolgens vatte hij die samen met: 'Great results. But not enough.'
Lean in healthcare
There is now a lot of focus on the people aspect of lean. That is good, but don't forget the process part. And understand that Toyota develops people through the processes.
Mini-mini kaizens
Er waren diverse andere plenaire lezingen en een hele rij 'learning sessions'. Een leuke uitspraak die me bij is gebleven is van een Braziliaanse arts die sprak over 'mini-mini kaizens'. Het zal de Braziliaanse zon zijn, maar het deed me beseffen dat lean ook best iets luchtiger gebracht kan worden. Op de vraag hoe successen gevierd worden keek hij oprecht verbaast en riep: 'With parties off course!'.
Overigens hebben Jacob Caron en ik ook een Learning Session verzorgd met de titel 'Lean experiments in the Netherlands', ik zal daar in een aparte blog meer over vertellen.
Management SystemRadiographic arthrosis after elbow trauma: interobserver reliability. Lindenhovius A, Karanicolas PJ, Bhandari M, Ring D; COAST Collaborative. J Hand Surg Am. 2012 Apr;37(4):755-9. Epub 2012 Mar 6. PMID: 22397846
Interobserver reliability of computed tomography to diagnose scaphoid waist fracture union. Buijze GA, Wijffels MM, Guitton TG, Grewal R, van Dijk CN, Ring D; Science of Variation Group. J Hand Surg Am. 2012 Feb;37(2):250-4. PMID: 22281168
Interobserver reliability of radial head fracture classification: two-dimensional compared with three-dimensional CT. Guitton TG, Ring D; Science of Variation Group. J Bone Joint Surg Am. 2011 Nov 2;93(21):2015-21. PMID: 22048097
Int Orthop. 2012 Jun 26. ePub.
No positive bone healing after using platelet rich plasma in a skeletal defect.
An observational prospective cohort study. Peerbooms JC, Colaris JW, Hakkert AA, Van Appeldorn M, Bruijn DJ, Den Oudsten BL, Gosens T.
Abstract
PURPOSE: Platelet rich plasma (PRP) is derived from the patient's own blood. The activated blood platelets release a cocktail of growth factors, some of which are thought to initiate and stimulate repair. We compared two groups to investigate whether the use of PRP mixed with bone chips improves bone healing in patients with a skeletal defect.
METHODS: In total, 41 patients were observed. One group underwent a high tibial osteotomy with the addition of PRP and bone chips in the open wedge. The other group underwent the same procedure without the addition of PRP. Six patients had to be excluded because of insufficient data or they were lost to follow-up. Bone healing was studied using computed tomography scanning. The blood was sequestered and PRP was produced using a blood cell separator with a PRP software program (Electa, Sorin Group, Mirandola, Italy).
RESULTS: Analysis focused on the remaining 35 patients. At baseline, there were no differences between the two groups for age, sex and side of operation. At one week postoperatively, the bone density under (p = 0.02) and above the wedge was significantly lower in the PRP group than the control group (p = 0.24). At six weeks postoperatively, no significant differences between the treatment groups were found. At 12 weeks, the PRP group had significantly lower bone density under the wedge compared to the control group (p = 0.01).
CONCLUSIONS: We found that patients with a skeletal defect did not benefit from the application of PRP mixed with an allograft regarding bone healing.
EZ en TSz vragen vergunning bestuurlijke fusie aan
Het EZ en het TweeSteden ziekenhuis hebben een vergunning aangevraagd voor een bestuurlijke fusie. Beide ziekenhuizen verwachten dat ze dan kwalitatief betere zorg in de regio Midden-Brabant kunnen leveren. De vergunning is aangevraagd bij de Nederlandse Mededingingsautoriteit, de NMa.
Door de verdergaande samenwerking is er meer ruimte om te investeren, maar ook om verdergaand te specialiseren. De ziekenhuizen kunnen daardoor beter voldoen aan de volume- en kwaliteitseisen.
De bestuurlijke concentratie van de twee ziekenhuizen is eigenlijk een hereniging, aangezien ze vroeger één organisatie waren. De rechtsvoorgangers van beide ziekenhuizen vielen oorspronkelijk onder de in 1827 opgerichte Stichting Het Rooms Katholiek Gasthuis. Door deze gezamenlijke basis werken de ziekenhuizen ook nu al op veel terreinen intensief samen. Zo worden de laboratoria en de ziekenhuisapotheek gedeeld en zijn de specialisten van de stadsmaatschappen Longgeneeskunde, Heelkunde, Neurologie, Urologie en de stadsvakgroep Reumatologie in beide ziekenhuizen actief.
De beide maatschappen orthopedie waren voorheen ook een maatschap. De huidige tijden waarin de patient steeds specifiekere zorg verdient en er technisch veel meer mogelijk is vraagt om verregaande superspecialisatie binnen de orthopedie, iets wat alleen maar mogelijk is door de beide maatschappen samen te voegen.
De NMa besloot in december 2011 dat het melden van de voorgenomen bestuurlijke fusie niet voldoende was. Daarom is de afgelopen maanden de vergunningsaanvraag voorbereid. In deze aanvraag wordt onder meer beschreven dat partijen verwachten dat de bestuurlijke fusie aanzienlijke voordelen met zich mee brengt. Bovendien zijn beide ziekenhuizen van mening dat dit niet leidt tot een significante belemmering van de mededinging op (een deel van) de Nederlandse markt. Dit wordt bevestigd door een economisch onderzoek, uitgevoerd door een onafhankelijk bureau in opdracht van de ziekenhuizen.
Een beslissing op de aanvraag wordt medio september verwacht.
Op vrijdagavond 25 mei 2012 is door het programma KRO-Reporter een uitzending gewijd aan problemen met metaal-op-metaal prothesen, de zogenaamde MOM-prothesen. In het programma wordt gesuggereerd, dat Nederlandse orthopeden bewust zijn doorgegaan met het plaatsen van deze MoM-protheses ook toen men al wist dat er problemen met deze protheses waren. De medisch specialisten zouden dat gedaan hebben, vanwege banden met de industrie.
Orthopedie Elisabeth Tilburg neemt afstand van deze verdachtmakingen waar het de medisch specialisten van het ziekenhuis zou betreffen. Er zijn geen banden tussen de industrie en de vakgroep Orthopedie en/of individuele orthopeden werkzaam in het St. Elisabeth ziekenhuis, anders dan contracten voor onderwijs en educatie, zogenaamde consultancy contracten. Contracten, zoals door KRO-Reporter gesuggereerd, die betalingen relateren aan plaatsingen van protheses zijn pertinent niet aanwezig.
In het St. Elisabeth ziekenhuis wordt een regeling tegen belangenverstrengeling gehanteerd waaraan zowel medische specialisten als anderen zich binnen het ziekenhuis dienen te houden. In het geval van de aanschaf van de metaal-op-metaal protheses is volgens de geldende inkoopregels gehandeld.
De medisch specialisten van het St. Elisabeth ziekenhuis hebben gehandeld in de oprechte overtuiging hun patiënten de beste behandeling te bieden, die op dat moment voorhanden was. Door betreffende artsen en door het ziekenhuis wordt zeer betreurd dat zich na plaatsing van protheses bij een aantal patiënten toch problemen hebben voorgedaan. Door de betrokken medisch specialisten wordt alles in het werk gesteld om de gevolgen hiervan voor de betrokken patiënten zo gering mogelijk te laten zijn.
Ondertussen is naar alle patienten een brief met uitleg over de verscherpte richtlijnen en de kwestie rondom metaal ionen in het bloed verstuurd (zie eerder op deze weblog) en hebben reeds vele patienten zich tot op heden laten controleren op deze metaalwaarden. Bij een aantal patienten met klachten heeft helaas een her-operatie moeten plaatsvinden.
Tot op heden zijn er vanuit de in het St. Elisabeth ziekenhuis behandelde patiëntengroep weinig andere klachten met MoM-heupprothese vernomen. De orthopedisch chirurgen doen gerichte extra na-controles mede op advies van de Nederlandse Orthopaedische Vereniging (NOV) en de Inspectie voor de Gezondheidszorg.
Orthopedie Elisabeth Tilburg is inmiddels volledig gestopt met het plaatsen van metaal-op-metaalprotheses als oplossing bij heupproblematiek van patiënten. De patiënten die een dergelijke behandeling hebben ondergaan binnen het ziekenhuis worden nauwlettend gevolgd.
Via deze link is de uitzending te zien: http://www.uitzendinggemist.nl/afleveringen/1252640
In het Medisch contact werden ook twee artikelen gepubliceerd die een meer relativerende visie geven op het ontstaan van de populariteit van de MoM heup. Via een interview met prof. Verhaar worden diverse antwoorden duidelijk op de prangende vragen die er ongetwijfeld zijn naar aanleiding van de stemmingmakende uitzending van KRO-Reporter.
Het Europees toernooi lokte atleten uit 12 Europese landen zoals Nederland, Engeland, Frankrijk, België, Spanje, Denemarken, Duitsland, Ierland, Oezbekistan, Estland en Luxemburg.
“Random Attacks” is een wedstrijdvorm waarbij er niet rechtstreeks tegen zijn partner gekampt wordt, maar waarbij de uitvoerder de onaangekondigde aanvallen van zijn partner verdedigt en/of bevrijdingen maakt en deze demonstreert. De aanvallen worden door de scheidsrechter bepaald. Deze wedstrijdvorm is toegankelijk voor elke krijgskunst beoefenaar die zelfverdedigings - technieken in zijn discipline gebruikt (judo/jiu-jitsu/karate/krav maga etc). De reactiesnelheid in combinatie met het uitvoeren van een goede en efficiënte techniek bepaalt winst of verlies. De aanvaller krijgt dus een aanval toegewezen door de scheidsrechter waarbij de verdediger niet weet welke deze aanval is. Op signaal van de scheidsrechter zal de partner zijn aanval inzetten. Random Attacks is een veilige wedstrijdvorm waarbij de kampers hun reactiesnelheid kunnen verscherpen, technische bagage en spektakel kunnen demonstreren.
De tienduizenden Nederlanders die in de toekomst in aanmerking komen voor een nieuwe heupprothese, biedt de Nederlandse Orthopaedische Vereniging (NOV) vanaf vandaag een digitale handleiding aan. Die maakt voor patiënten alle relevante informatie over hun nieuwe heupprothese direct toegankelijk. Met één muisklik wordt het voor de patiënt inzichtelijk welke kennis beschikbaar is over een heupprothese. De NOV lanceert voor de patiënten een nieuwe website (www.mijnbesteheup.nl), mede naar aanleiding van de recente problemen met één type heupprothese, de Metaal-op-Metaal heupprothesen. In januari 2012 adviseerde de NOV met nadruk het gebruik van de Metaal-op-Metaal heupprothesen te stoppen. Een recente NOV inventarisatie leert dat alle orthopedische maatschappen in de Nederlandse ziekenhuizen intussen het gebruik van deze prothese hebben gestaakt.
Het RIVM heeft berekend dat het aantal heupprothesen alleen al als gevolg van artrose, de komende twintig jaar explosief stijgt van jaarlijks 20.000 patiënten naar ruim 50.000 patiënten. Juist hierom hebben de Nederlandse orthopeden een nieuwe website gelanceerd (www.mijnbesteheup.nl) met alle relevante informatie voor patiënten en consumenten over een nieuwe heupprothese.
Op www.mijnbesteheup.nl heeft de NOV alle heupprothesen in drie categorieën verdeeld: prothesen waarvan goede langetermijnresultaten bekend zijn, prothesen waar nog maar kort ervaring mee is maar die op basis van de eerste resultaten op lange termijn goede vooruitzichten lijken te bieden en prothesen waarvan (nog) heel weinig bekend is. Deze laatsten kunnen overigens uiteindelijk heel waardevolle prothesen blijken te zijn.
Deze ordening van heupprothesen in deze categorieën is door alle Nederlandse orthopeden overgenomen.
Met deze indeling wordt het voor de patiënten en zijn/haar zorgverlener duidelijk wat het lange termijn resultaat is van een heupprothese. Via deze website krijgt de patiënt zelf inzicht wat er van een bepaald merk heupprothese wereldwijd wetenschappelijk bekend is. Met deze transparante aanpak wil de NOV bewerkstelligen dat een heupprothese -zonder goede langetermijnresultaten- niet langer breed in de Nederlandse zorg kan worden geïntroduceerd. “Onze inzet is dat elke patiënt de beste heup krijgt en dat deze keus gebaseerd is op de meest actuele, hoogwaardige wetenschappelijke informatie.” , aldus Professor Verhaar, voorzitter van de NOV. Patiënten moeten, aldus de NOV, als partner bij de keuze worden betrokken.
De eerste voorlopige analyses laten zien dat de 5 meest gebruikte heupprothese in Nederland (die 2/3 van alle patiënten hebben gekregen) in de eerste categorie vallen. In de komende maanden analyseert en categoriseert de NOV alle andere en minder vaak toegepaste heupprothesen die in Nederland worden gebruikt. Eind 2012 publiceert de NOV een compleet overzicht op de website www.mijnbesteheup.nl.
De laatste weken is het druk geweest in de lokale en landelijke pers wat betreft de aanwezigheid van Orthopedie Elisabeth Tilburg.
Zo verscheen op 15 mei in het Brabants Dagblad een artikel geheel gewijd aan de mens achter de orthopeed Jan de Waal Malefijt: "Doktersroman met kenstheup". Dit portret ontstond na het geslaagd verlopen congres over de minimaal invasieve rugchirurgie in het St. Elisabeth ziekenhuis in Tilburg (zie elders op deze weblog).
Dit weekend verscheen in de Volkskrant een artikel over het Lean denken en werken in het St. Elisabeth ziekenhuis: "Efficiente zorg op zijn Japans". Jacob Caron is als lean-master nauw betrokken bij het verspreiden van dit gedachtengoed van een Japapanse autofabrikant in de gezondheidszorg. Hij probeert hierbij het andere thema wat centraal staat in het St. Elisabeth ziekenhuis, Lief Ziekenhuis, hiermee te combineren. Zijn ideeen worden in het kort weergegeven in dit filmpje:
"Frank et al. did not find any significant difference between failed and intact repairs, except with regard to the UCLA scores. During postoperative clinical evaluations, Park et al. found no difference between failed and intact repairs except with regard to abduction power at the six-month follow-up assessment. In the study by Voigt et al, neither patient satisfaction nor the Constant-Murley score, nor any subcategory, differed significantly between the unhealed/re-torn group and the group with an intact supraspinatus tendon. Sethi et al. did not find a significant difference between healed and unhealed tears with respect to outcome scores, with the exception of the strength component of the ASES."
Dus wederom moeten wij ons afvragen of het intact zijn van de rotator cuff een belangrijke rol speelt in de verbetering die de patient ervaart na rotator cuff herstel operaties. Er is meer onder de zon: biologie, psychologie, natuurlijk beloop zijn goede kandidaten om deze confronterende situatie te verklaren.
