donderdag 17 mei 2012

Hechten van de cuff: maakt het voor het klinische resultaat uit of de pees geneest?

De Journal of Bone and Joint Surgery publiceerde recentelijk een artikel genaamd: "Repair Integrity and Functional Outcomes After Arthroscopic Suture-Bridge Rotator Cuff Repair."
De re-ruptuur percentages van zogenaamde medium, large en massive rupturen bedroegen 12%, 21%, and 22%, respectievelijk. Niet voor de eerste keer kon geen verschil worden aangetoond tussen de functionele resultaten van de geheelde en de niet geheelde cuff scheur. Het discussie gedeelte van dit artikel bevat de volgende interessante passage.

"Frank et al. did not find any significant difference between failed and intact repairs, except with regard to the UCLA scores. During postoperative clinical evaluations, Park et al. found no difference between failed and intact repairs except with regard to abduction power at the six-month follow-up assessment. In the study by Voigt et al, neither patient satisfaction nor the Constant-Murley score, nor any subcategory, differed significantly between the unhealed/re-torn group and the group with an intact supraspinatus tendon. Sethi et al. did not find a significant difference between healed and unhealed tears with respect to outcome scores, with the exception of the strength component of the ASES."

Dus wederom moeten wij ons afvragen of het intact zijn van de rotator cuff een belangrijke rol speelt in de verbetering die de patient ervaart na rotator cuff herstel operaties. Er is meer onder de zon: biologie, psychologie, natuurlijk beloop zijn goede kandidaten om deze confronterende situatie te verklaren.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten