De voorheen in de literatuur geldende mening dat een naar voren geluxeerde schouder na repositie nabehandeld moet worden in exorotatie werd in de eerste voordracht al weersproken op wetenschappelijke gronden en klinische resultaten: voor het recidief percentage maakte dit niet uit.
Vervolgens werd besproken hoe te handelen bij de eerste luxatie van een schouder: conservatief of toch operatief? Het bleek dat met name de patiƫnten met een hoog risicoprofiel (jonge actieve mannen) van een operatie reeds na hun eerste luxatie profiteren. Wachten op een recidief is in deze groep dus niet aanbevolen.
Of de arthroscopische benadering ter stabilisatie van de schouder dan de beste benadering is, werd door enkele volgende sprekers tegengesproken, hetgeen bleek uit de titel van een van de voordrachten: "Crying over my 10 year results of arthroscopic Bankart repair".
Om dit recidief probleem op te lossen werd vervolgens het Franse stokpaardje "de Bristow-Latarjet operatie" van stal gehaald, een operatie waarbij het processus coracoideus met spieraanhechtingen naar de voor-onder-rand van het schouderkommetje wordt verplaatst om de schouder te stabiliseren. Enkele sprekers zien in de arthroscopische versie van deze operatie de toekomst, maar hieraan kleven vooralsnog zoveel nadelen dat de techniek nog moet worden verbeterd alvorens ook in het St. Elisabeth ziekenhuis in Tilburg deze operatie via een kijkoperatie gangbaar wordt.
Van de open Bristow-Latarjet is overigens door Elisabeth orthopeden Spoor en de Waal Malefijt een fraai artikel gepubliceerd enkele jaren terug, dat de resultaten van deze operatie in Tilburgse handen beschrijft.
Het belangrijkste punt tijdens de discussies bleek de patient selectie te zijn: welke patient moet welke operatie hebben om het recidief percentage zo laag mogelijk te hebben?
De ISIS score bleek hier een fraai hulpmiddel (zie illustraties). Bij een score lager dan 3 werd een arthroscopische fixatie van het labrum geadviseerd, hoger dan 3 leidde bij een hyperlaxiteit tot een Trillat procedure naast de scopische labrum repair (iets wat zowel open als scopisch kan), hoger dan 3 met botverlies aan glenoidale zijde tot een Bristow-Latarjet procedure en hoger dan 3 met een grote impressiefractuur aan humerale zijde tot een scopische labrum repair met een kapselremplissage aan de achterzijde van de schouder.
Deze behandelstrategie wordt ook door Orthopedie Elisabeth Tilburg gehanteerd.
De rest van deze schoudercursus staat in het teken van het repareren van de gescheurde pees in de schouder en een zgn "complications-day", waarbij men het meest leert van de complicaties die uiteraard alleen een ander overkomen!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten